Vorstschade ontstaat doordat regenwater wegzakt in het asfalt en bij vorst weer uitzet. Ook wordt door de kou het bindmiddel van asfalt brosser en ontstaan scheurtjes. Bij vorst bevriest het water in deze scheurtjes en zet het uit. Daardoor raken meer steentjes los uit het wegdek en soms leidt dat tot gaten of gleuven in de weg. De kans op schade neemt toe bij veel wisselingen tussen vriezen en dooien.
De weginspecteurs houden de wegen nauwlettend in de gaten. Als wij schade constateren of een melding van schade krijgen, gaat een weginspecteur op pad om de situatie te inspecteren. De weginspecteur beoordeelt of de schade met spoed moet worden gerepareerd of dat de reparatie op een later moment kan plaatsvinden.
Spoedreparaties proberen we zo snel mogelijk uit te voeren en meestal zijn de gaten in de weg vlot gerepareerd. Dit doen we zoveel mogelijk ’s nachts om de hinder voor de weggebruiker te beperken. Soms moeten we de schade toch overdag repareren, vanwege de veiligheid voor het verkeer.
Ben je onderweg en zie je schade aan het wegdek? Dan kun je dat doorgeven aan Rijkswaterstaat. Doe dit pas zodra je veilig stilstaat natuurlijk. Bel dan naar de Landelijke informatielijn van Rijkswaterstaat 0800-8002 (gratis nummer) of geef het via Twitter door aan @Rijkswaterstaat of @RWSverkeersinfo.
Als je schade doorgeeft, geef daarbij dan de informatie door die op het dichtstbijzijnde hectometerbordje staat, inclusief de eventuele letter. Geef ook door op welke rijstrook je de schade hebt gezien. Tel daarbij van links naar rechts. De linkerrijstrook is daarbij dus ‘rijstrook 1’.